Achtergronden

Door de jaren heen is er veel beschreven over de geschiedenis van de Airborne Wandeltocht:

Journalist en schrijver Laurens van Aggelen uit Arnhem tekende zijn persoonlijke bevindingen op in het boek 'De Airborne Wandeltocht'. Uit zijn gesprekken met veteranen en mede-wandelaars belicht hij de historie van dit unieke evenement.

De heer Tiemens uit Doorwerth beschreef in de afgelopen jaren de geschiedenis van de Airborne Wandeltocht. Wij publiceren integraal zijn geschiedschrijving, omdat het treffend het ontstaan en het verloop van voorgaande jaren van de Airborne Wandeltocht weergeeft.

Op het verhaal van de heer Tiemens  berust auteursrecht

AIRBORNE-WANDELTOCHT: HERDENKING ZONDER WEERGA 
door Willem Tiemens († 25 januari 2005)

"De Politie-Sport Vereniging ‘Renkum' organiseert op zaterdag 6 september 1947 te Oosterbeek een Airborne Wandeltocht, waarvan de route loopt langs de voornaamste punten van de strijd in September 1944. Deelname is opengesteld voor politie, militairen, semi-militairen, padvinders, burgerverenigingen, jeugdverenigingen en individuelen. De afstand bedraagt ongeveer 25 km; voor personen beneden de leeftijd van 16 jaar ongeveer 15 km. Aan een ieder die de tocht volbrengt, wordt een fraaie draagmedaille uitgereikt, waarop, met toestemming van Gen. Urquhart, het Airborne-embleem voorkomt. Verder zijn groepsprijzen en extra prijzen beschikbaar gesteld voor groepen die uit minstens 12 personen (leider/ster niet inbegrepen) bestaan."

Het begin
Het voorgaande is een citaat uit het Oosterbeekse weekblad 'Hoog en Laag' van 15 augustus 1947. Het verschaft ons een blik op het prille begin van het inmiddels tot ver over onze landsgrenzen vermaarde wandelsportfestijn. Niemand kon in 1947 nog bevroeden, dat de Airborne Wandeltocht zou uitgroeien tot 's werelds grootste eendaags wandelevenement. Er is een aantal factoren aan te wijzen, dat heeft bijgedragen aan de succesformule van de Airborne Wandeltocht. De aanmerkelijke militaire deelname door de jaren heen is zeker niet de geringste daarvan. Want die deelname is altijd in hoge mate gezichtsbepalend geweest. Voldoende reden dus om, als het gaat over het levend houden van de herinnering aan de Slag om Arnhem en hen die daarin hun leven voor de goede zaak verloren, ook eens stil te staan bij dit ‘buitenbeentje' onder de herdenkingen.

De eerste
Het idee van een herdenkingswandeltocht, zoals dat kort na de oorlog in de boezem van de Politie Sportvereniging ‘Renkum' ontstond, droeg van meet af aan de kiem in zich die in de loop der jaren het grote succes zou voortbrengen. Zo was de organisatie van het evenement bij de politiemannen in de juiste handen. De aanvankelijk twee wandelroutes waren zo uitgestippeld, dat ze langs de plaatsen voerden waarvan de namen onlosmakelijk aan de Airborne historie waren verbonden, zoals:

Hotel Hartenstein, waarin het hoofdkwartier van Urquharts luchtlandingsdivisie was gevestigd
het pas aangelegde Airborne Kerkhof
de landingsterreinen bij Wolfheze
de uitspanning Westerbouwing op de heuvel, aan de voet waarvan het Drielse veer ligt
het oude kerkje aan de Benedendorpsweg in Oosterbeek, dat symbool werd van de dappere, maar tot opgeven en terugtrekken gedwongen Poolse en Britse militairen.

Behalve dat de parkoersen de wandelaars langs deze belangwekkende plaatsen leidden, gingen ze ook door het vele natuurschoon waaraan dit deel van de Veluwe zo rijk is. De deelnemers liepen hoofdzakelijk in groepsverband. Het optreden van de militaire eenheden werd buitengewoon gewaardeerd.

"Er werd keurig gelopen. Het was een genot om onze gedisciplineerde troepen voorbij te zien trekken, getraind tot en met en in een houding van zeldzame correctheid. We dachten even aan de militaire colonnes, die vroeger wel eens langs de straten trokken. De training, op moderne leest geschoeid, is af en weergaloos perfect. Ook de andere groepen en vooral de jeugd werd bezield door eenzelfde geest."

Aldus het verslag dat over de eerste wandeltocht in 'Hoog en Laag' verscheen. Het pathos uit die dagen latend voor wat het is, mag zonder overdrijving worden gezegd, dat de eerste tocht meteen een overweldigend succes was. Waar de organisatoren op 750 deelnemers hadden gerekend, werden het er ruim 2.100. Er waren dus niet genoeg van de in het vooruitzicht gestelde ‘fraaie draagmedailles'. De meeste lopers kregen de penning nagezonden. "Dit was," aldus de burgemeester van de gemeente Renkum, "geen traditionele tocht, maar niemand vindt de voorspelling gewaagd, als we zeggen dat deze dag de grondslag heeft gelegd voor de traditionele Airborne marsen in Oosterbeek." En inderdaad, een traditie was geboren!

De volgende
Het jaar daarop was de Airborne Wandeltocht opnieuw ‘een daverend succes'. Er waren zo'n 2.500 deelnemers, die werden begeleid door 8 muziekkorpsen. Voor Hotel Hartenstein werd het defilé afgenomen. In het hotel ontving de korpscommandant van de gemeentepolitie van Renkum, commissaris J.H. de Groot, vele hoge autoriteiten, … terwijl er velen de wens te kennen hadden gegeven in de lange file mee te lopen. (Het ware te wensen dat van deze zinsnede een sportief appel uitgaat op de tegenwoordig zo talrijk op het gazon voor Hartenstein aanwezige ‘autoriteiten', wier bijdrage tot het evenement zich beperkt tot het gadeslaan van de voorbijtrekkende menigte, bij voorkeur met een glaasje geestrijk vocht in de hand.) Aan de toekenning van de groepsprijzen ging een uitgebreide jurering vooraf. "Het winnen der prijzen was niet gelegen in het feit, dat men b.v. het eerste het parcours had afgelegd, maar werd gewonnen door die groepen, die door houding en discipline gedurende het gehele parcours uitblonken." Overal langs de route konden zich controleurs (verdekt) hebben opgesteld om het moreel van de troepen te controleren en waarderen. In drie opeenvolgende jaren ging de Brigade Koninklijke Marechaussee uit Apeldoorn met de eerste prijs (een beker) naar huis. Opmerkelijk was de eervolle tweede plaats waarop het detachement van het Vrouwelijk Hulpkorps van de Koninklijke Landmacht uit Den Haag in 1948 beslag wist te leggen. Intussen slaagde de Politie Sportvereniging erin om de organisatie van de wandeltocht met een batig saldo af te sluiten. Daardoor kon zij in 1949 een bedrag van ƒ 1.000,- overmaken aan het Nederlands Oorlogsgraven Comité, "onder de bepaling dat het geld zou worden besteed als bijdrage in de kosten, verbonden aan de overkomst uit Engeland van de nabestaanden, die de graven van de te Oosterbeek op het Airborne Kerkhof rustende geallieerde gevallenen komen bezoeken bij de jaarlijkse Airborne Pilgrimage op 17 september".

En voorts
Met de toename van het aantal deelnemers kon sindsdien jaarlijks een steeds groter bedrag voor dit doel worden afgezonderd. Aan de twee parkoersen werd in 1953 een route van 10 km toegevoegd, zeer geschikt voor gezinnen met nog kleine kinderen en anderen voor wie de 15 of 25 km wel wat ver vond. Voor degenen die wat meer prestatiegericht zijn en voor wie 25 km geen uitdaging meer vormt, is in 2001 voor het eerst een parcours van 40 km in het programma opgenomen. Uniek was het verbod dat de wandeltocht in 1955 trof: kinderen beneden de 14 jaar mochten in dat jaar niet deelnemen. Dit hield waarschijnlijk verband met het uitbreken van een besmettelijke ziekte (meningitis?). In 1957, tien jaar na de eerste tocht, gingen er al ruim 16.000 wandelaars van start. De groepen (ca. 500) waren nog steeds zeer prominent aanwezig. Bij de 26 ste tocht leek zich het aantal inschrijvingen gestabiliseerd te hebben rond de 25.000. De samenstelling van het lopersveld was echter duidelijk aan het veranderen. De toenemende individualisering, die zich in het maatschappelijk leven manifesteerde, weerspiegelde zich eveneens in het wandellegioen. Het aantal individuelen overtrof het aantal deelnemers dat in groepsverband liep. Ook het militaire element was zichtbaar teruggelopen. Verder constateerden de organisatoren ook een sterke toename van de belangstelling voor de tocht in het buitenland. Britten, Duitsers, Belgen, Denen, Amerikanen en Noren lieten zich inschrijven. De groeiende populariteit nam toch niet weg, dat de deelnemers zich scherp bewust bleven van de bijzondere achtergrond van de Airborne Wandeltocht.

De tientallen bloemstukken die na elke tocht bij de graven van het Airborne Kerkhof en op de gedenksteen achterbleven, waren daarvan het bewijs. Na 30 jaar bleek het aantal lopers toch tot 32.000 te zijn geklommen en was het bedrag, dat als bijdrage in de kosten van het overkomen van nooddruftige pelgrims werd overgemaakt, inmiddels opgelopen tot NLG 8.500,-. Afhankelijk van het weer, schommelt het aantal wandelaars de laatste jaren zo tussen de 29.000 en 34.000.

Even donkere wolken
Om de massale toestroom in goede banen te leiden en een ongestoord verloop van de wandelmars te garanderen, is het treffen van een groot aantal ingrijpende verkeersmaatregelen onvermijdelijk. Het Renkumse politiekorps mocht zich daarbij altijd verheugen in de bijstandsverlening door vrijwilligers van andere politiekorpsen en niet te vergeten door personeel van de Koninklijke Marechaussee. Zonder al deze vrijwillige bijstand zou de wandeltocht allang niet meer gehouden kunnen worden. Met het oog op het vele bestuurlijke werk dat jaarlijks met het organiseren van de tocht weerkeert, was het eigenlijk een gelukkige bijkomstigheid, dat het indertijd juist de Politie Sportvereniging was die het initiatief voor de tocht nam. Immers, een geschikter instantie was, vooral gezien het nodige ‘regel- en ritselwerk', niet denkbaar. Maar juist daardoor begonnen zich een aantal jaren geleden, toen het besluit genomen werd om de politieorganisatie in ons land op een regionale leest te schoeien, donkere wolken samen te pakken boven het sportieve evenement met internationale faam. De organiserende politiesportvereniging dreigde haar basis, het Renkumse politiekorps, te verliezen. In 1992 werd, juist met het oog op de Airborne Wandeltocht, echter besloten de Politie Sportvereniging ‘Renkum' ook na de reorganisatie van de politie te laten voortbestaan. Zij zal zich in een wat ruimer verband vrijwel alleen nog met het organiseren van het wandelsportevenement belasten. De toekomst van de Airborne Wandeltocht was daarmee verzekerd.

De eerste zaterdag in september
In augustus verschijnen er langs de invalswegen van Oosterbeek grote borden die de passanten attent maken op de komende Airborne Wandeltocht, die traditiegetrouw op de eerste zaterdag in september wordt gehouden. Het verschijnen van die borden is tevens het teken dat het ‘Airborne seizoen' weer in aantocht is. De officiële herdenkingscyclus in september start pas met de kranslegging op de donderdagochtend voorafgaande aan het herdenkingsweekend bij het grote monument tegenover Hartenstein, waarin nu het Airborne Museum is gevestigd. Voor velen is de Airborne Wandeltocht echter het werkelijke - zij het niet officiële - begin van de periode van herdenken. Rond die tijd vertonen zich ook de eerste veteranen in het Oosterbeekse straatbeeld, van verre te herkennen aan hun blazers en rode baret. Met het naderen van het herdenkingsweekend neemt hun aantal toe, al wordt de toestroom van veteranen de laatste jaren sterk af. Het grote sterven is begonnen.

U bent bij deze uitgenodigd . . .
Het zal duidelijk zijn, dat er van de Airborne Wandeltocht een heel bijzondere charme uitgaat. Een charme die velen in haar ban heeft. Het is bepaald geen zeldzaamheid dat inmiddels de derde generatie van families uit de streek Arnhem - Oosterbeek aan de wandelmars deelneemt. Veel van de typische ‘ Airborne gebruiken' zijn door de jaren heen bewaard gebleven. De oude parkoersen hebben vrijwel geen verandering ondergaan, terwijl er in 2001 voor het eerst een afstand van 40 km gelopen kon worden. Het defilé wordt nog steeds voor Hartenstein afgenomen. Nog steeds strijden de deelnemende groepen om de ereplaatsen in hun categorie. Nog steeds leggen de wandelaars massaal bloemen op het Kerkhof. En nog steeds zijn er mensen bij ‘van het eerste uur' die nooit een mars oversloegen. Opmerkelijk? Ja, op het eerste gezicht wel. Maar wie eenmaal heeft meegelopen, begrijpt het.

Wat ik maar wil zeggen, geachte lezer/lezeres: wanneer u en de uwen nog nooit de sfeer van de Airborne Wandeltocht hebben geproefd, dan wordt het toch tijd dat u dat eens gaat doen. U zult er geen spijt van krijgen. Op de eerste zaterdag in september bent u meer dan welkom in Oosterbeek! Zorg dat u op tijd bent, want het wordt druk. En het zou mij niet verwonderen, wanneer u het jaar daarop wéér van de partij wilt zijn!